Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Beginnende [51]van den doop van Johannes, tot den dag toe, in welken Hij van ons opgenomen is, een derzelven met ons getuige worde van [52]Zijn opstanding. 51. Dat is, van den tijd, dat Johannes heeft begonnen te leren en te dopen; want toen begon de bediening des Evangelies, en kort daarna begon ook Christus zelf zijn ambt te bedienen. 52. Namelijk, en ook van alle andere leerlingen en daden van Christus. Doch hier wordt alleen melding gemaakt van Zijne opstanding, omdat Hij daardoor krachtiglijk is bewezen te zijn de Zoon Gods en de ware Messias; hfdst.2 vs.32; Rom.1:4.